Het nationaliseren van banken impliceert een zogenoemde
bail-in, mits aandeelhouders niet worden gecompenseerd en ook schuldeisers van het bankbedrijf inclusief rekeninghouders op hun vorderingen hebben af te schrijven. Dit is de tegenhanger van een
bail-out, zijnde een reddingsprogramma dat bestaat uit het verstrekken van noodkredieten en/of het uitkopen van aandeelhouders. Bij een dergelijk reddingsprogramma worden de schuldeisers van banken ontzien.
Beide oplossingen hebben hun voor- en nadelen. Een
bail-out brengt hoge daadwerkelijke en potentiële kosten voor de belastingbetaler met zich mee: bij het verstrekken van noodkredieten is het onzeker of deze leningen (kostendekkend) worden terugbetaald; bij het tegen een vergoeding nationaliseren van een bank is het onzeker of de aankoopprijs van de aandelen dan wel alle vermogensbestanddelen zal worden terugverdiend bij een latere verkoop - veronderstellende dat vorenbedoelde verkoop daadwerkelijk zal plaatsvinden. Zie in dit verband de verkoop van ABN Amro, waarvan de uiteindelijke opbrengst geringer zal zijn dan de aankoopprijs. Een
bail-in legt de pijn in elk geval neer bij schuldeisers. De bestaande schulden worden gedeeltelijk of volledig afgeschreven dan wel ingeruild voor aandelen. Bij een
bail-in in de meest verregaande zin wordt een bank genationaliseerd zonder enige compensatie voor de aandeelhouders en zullen schuldeisers inclusief de cliënten (nagenoeg) niets terugzien van hun vorderingen. In de praktijk betekent zulks aldus dat niet de belastingbetaler maar institutionele beleggers en particulieren opdraaien voor de redding van de bank. Daarbij zij opgemerkt dat schuldeisers die een bankrekening aanhouden, in verband met het depositogarantiestelsel hun vordering tot een geldbedrag groot honderdduizend euro (€ 100.000,00) zullen behouden. Zie in dit verband de afwikkeling van de Cypriotische bankencrisis in 2013.
Voormelde oplossingen vormen een alternatief voor een (regulier) faillissement, dat het functioneren van ons betalingsverkeer - de financiële infrastructuur - in gevaar kan brengen. Dit brengt mee dat zowel een
bail-out als een
bail-in uitsluitend gehanteerd dienen te worden ingeval een bankbedrijf in financiële moeilijkheden komt. Rechtvaardigheid verlangt daarbij dat kapitaalverschaffers en niet de belastingbetaler de voornaamste risico's lopen. Immers, niet alleen de winsten - dividenduitkeringen en rentebetalingen - maar ook de verliezen dienen geprivatiseerd te worden, opdat een moraalfalen kan worden voorkomen. Derhalve dient in de toekomst een
bail-in te worden verkozen boven een
bail-out.
Raya schreef:
De macht van de banken moet onmiddellijk gebroken worden. Banken dienen in handen van de staten te komen. Ze hebben hun kansen om te bewijzen dat ze op eigen benen konden staan, definitief verprutst.
Raya gaat in het bovenstaande echter een stap verder. Hij bepleit een nationalisatie van het gehele bankwezen. Ongeacht de financiële situatie waarin een willekeurig bankbedrijf zich thans bevindt, hij moet naar oordeel van Raya worden genationaliseerd. Dit is een onaanvaardbare inbreuk op het eigendomsrecht. Zonder dat het algemeen belang daarbij is gediend, worden partijen gestoord in het genot van hun eigendomsrechten.
Nu vraag ik mij echter af voor welke variant hij kiest: een
bail-out waarbij de belastingbetaler astronomische bedragen moet ophoesten of een
bail-in waarbij institutionele beleggers en particulieren moeten bloeden, wat onder meer zal leiden tot een
bankrun en het drastisch korten van pensioenen?